Over de relatie Interseksualiteit en blikseminslag

Ruim 20 jaar geleden de volgende samenvatting ingestuurd naar de congresleiding van het Wereld Pluimvee Congres om als layout voorbeeld te dienen bij het verzoek om samenvattingen gericht aan ambitieuze congresgangers:

CALL FOR ABSTRACTS
D. Abstract example

INVESTIGATIONS INTO THE PHENOMENON OF SUPERNATURAL POWERS OP SEX REVERSED POULTRY

M.Th. Frankenhuis * and J.Ph. Vente **
* Royal Zoological Society ‘Natura Artis Magistra’, Amsterdam, The Netherlands. ** National Research Institute for Intersexuality and Witchcraft, Batcity, The Netherlands.

Intersexuality due to the triploidy or destruction of the left ovary in commercial and backyard poultry is a widespread phenomenon. Preliminary investigations suggested a positive correlation between the presence of sex reversed poultry and motorcar accidents near affected poultry houses. Over a five year period (1985 to 1990) car accidents, fires caused by lightning and stillbirths in cattle near poultry houses containing sex reversed birds were compared with the regional average. Within a radius of 5 miles from farms with intersexual birds the percentage of car accidents and fires caused by lightning proved to be significantly higher (P However in contrast with results of other researchers, the increase in fullmoon stillbirths in cattle proved to be non significant.
The results of our investigations made clear that the mediaeval proverb: A whistling maid and a crowing hen are neither fit for God nor for man’ is still of present interest.

Tot mijn verrassing reageerden enkele wetenschappers bijzonder geïnteresseerd op mijn zelf verzonnen waanzin, hadden ook al eens iets dergelijks vermoed en vroegen om meer informatie…

Links en rechts nog een beetje in evenwicht?

Over het algemeen wordt een symmetrische ontwikkeling van horens, geweien, staartveren en andere ornamenten gezien als teken van gezondheid en evenwichtige ontwikkeling en daarmee als een ‘marker van de biologische kwaliteit’ van het individu. Vermoed wordt dat asymmetrische lichaamsontwikkeling genetische oorzaken heeft of een niet geheel vlekkeloos verlopen embryonale ontwikkeling.
Symmetrische mannelijke dieren zouden daarom meer gewild zijn als partner. Bij boerenzwaluwen bijvoorbeeld, die bij óns broeden en na hun trek naar het zuiden te zien zijn in onder andere Zuid en Oost Afrika, werd dit proefondervindelijk inderdaad aangetoond. Zwaluwmannen waarbij een van de punten van de gevorkte staart werd ingekort, kwamen moeilijker aan een partner dan de zuiver symmetrische mannen.
Bij sommige soorten antilopen, apen en insecten werd een relatie gevonden tussen symmetrie en zaadkwaliteit. Vrouwen van onze soort stellen ook prijs op mannelijke lichaamssymmetrie. ‘En niet voor niets’: diverse onderzoeken hebben een positieve correlatie aangetoond met sperma kwaliteit. Andere onderzoeken konden deze echter relatie niet aantonen. Ook wordt wel gesteld dat symmetrie een indicatie is voor een evenwichtige lichaamsontwikkeling en een goede gezondheid.
Daarnaast hebben vrouwen over het algemeen een duidelijke voorkeur voor mannen met een breed voorhoofd, een forse onderkaak met geprononceerde kin, een gespierde torso en een vent waarbij de omvang rond het middel gedeeld door de omvang rond de heupen op 0,9 uitkomt.
Over het algemeen voelen mannen van onze soort zich ook meer aangetrokken tot symmetrisch ontwikkelde partners. Daarbij gaat het niet alleen om de gezichtsvorm en lengte van de ledematen, maar vooral ook om een symmetrische ontwikkeling van de borsten. Symmetrie van vingerkootjes staat bij vrouwen garant voor gemiddeld 13% hogere niveaus vrouwelijke geslachtshormonen en bij vrouwen uit de stad zelfs 28% in een bepaalde fase van de voortplantingscyclus. De gehaltes van deze hormonen zijn positief gecorreleerd met de kans op zwangerschap.
Verder is aangetoond dat mannen de voorkeur geven aan vrouwen met volle lippen en stevig ontwikkelde en grote borsten, smalle kaken en grote ogen, én … partners waarbij de omvang rond het middel gedeeld door de omvang rond de heupen ca. 0,7 is. Onderzoek wees uit dat borstgrootte en een ‘optimale’ verhouding tussen middel en heupen een positieve relatie hebben met de gehaltes aan die hormonen die een belangrijke rol spelen bij de voortplanting en gecorreleerd zijn met een groter aantal nakomelingen. In delen van Afrika waar nu en dan voedseltekorten optreden hebben mannen over het algemeen een voorkeur voor dikkere vrouwen met meer lichaamsvet en een iets hogere verhouding tussen de omvang van middel en heupen. Een wetenschappelijke analyse van ‘30 jaar centerfolds’ van Playboy leverde onveranderd een uitslag op van 0,7!

Het mag weer worden gezegd!

Na decennia van kans op primitief volksgericht door de media, overheden en collega wetenschappers mag het weer worden gezegd: er bestaan verschillen tussen mannenbreinen en vrouwenhersenen (vrouwenbreinen en mannenhersenen wordt ook goed gerekend). Niet alleen is de ‘grijze massa’ van mannen zo’n 150 tot 300 gram zwaarder – een flinke steak dus – maar ook op diverse doorsneden is met het blote oog te zien of er sprake is van een eigenaar of eigenares. Hoewel over de verschillen in capaciteit nog frequent wordt gesteggeld wordt op dit moment toch aangenomen dat mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen zorgen voor twee verschillende soorten hersenen per soort.
Die verschillen beginnen vaak al tijdens het embryonale leven. Bij mensen tijdens de testosteronpiek op 20 weken zwangerschap.
Het verschil in oriëntatievermogen bijvoorbeeld. Wanneer vrouwelijke ratten, waarbij het proces van ‘brain sex priming’ zich enkele dagen na de geboorte afspeelt een dosis testosteron kregen toegediend, vonden zij de weg even snel in een doolhof als hun mannelijke ‘tegenhangers’. Een effect dat gedurende het hele leven bleef bestaan. Ook vrouwelijke rhesusaapjes bleven levenslang mannelijk stoeigedrag vertonen nadat hun moeder tijdens de zwangerschap op het juiste moment een testosteron shot had ontvangen. Mensenmeisjes, die ten gevolge van een bijnier afwijking tijdens de zwangerschap bloot stonden aan te hoge bloedspiegels van het mannelijk geslachtshormoon, laten de poppen vaak links liggen en hebben meer belangstelling voor auto’s, zijn agressiever en kiezen later ook vaker voor mannelijke beroepen. Kleuters, die blootgesteld waren aan te lage bloedspiegels van het mannelijk geslachtshormoon bleken taal en sociaal vaardiger – dus meer communicatief ingesteld – en over een grotere woordenschat te beschikken. Niet verrassend dat autisme dan ook vooral bij jongens voorkomt.
De kinderpsychologe Martine Delfos: mannen en vrouwen kunnen veel dezelfde dingen maar als het er op aankomt, neemt het voorkeursgedrag de overhand. Neem de reactie op gevaar bijvoorbeeld. Mannen proberen een situatie van onveiligheid te beteugelen door competitie met andere mannen, terwijl vrouwen het vooral zoeken in het leggen van zo veel mogelijk relaties met hun omgeving. Ze trekken zich terug in de slachtofferrol want die biedt de meeste kans op hulp en bescherming.

Rekenwerk voor Poolse premier

De Poolse premier Jaroslaw Koczynski stelde onlangs: ‘Als Polen de Tweede Wereldoorlog niet had meegemaakt zouden we nu een land met 66 miljoen inwoners zijn geweest’. In het nieuwe EU-verdrag is de invloed van de nieuwe lidstaat gekoppeld aan het inwonertal van 38 miljoen. Politiek gezien niet alleen een incorrecte maar ook een buitengewoon domme poging haar stemgewicht te vergroten. Immers van de 3.3 miljoen Poolse Joden die het land vóór de oorlog telde kwamen er 3 miljoen (90%) om. Een zelfde percentage vinden we de Baltische Staten, Duitsland en Oostenrijk, landen waar de bewoners ook in grote meerderheid de maatregelen van de Nazi’s tegen de joden steunden en met een ongezonde gretigheid – de goeden niet te na gesproken – een prominente bijdrage leverden.
Mochten de Polen ooit succes hebben met hun argumentatie dan moet ook voor ons land, met zijn hoge Joodse verliescijfer van 80 procent, het stemgewicht aan de EU vergadertafel worden herzien. Het Europees gemiddelde ligt op 67 procent.
Maar nu terug naar Polen. Het land kende al ruim voor de oorlog een door de overheid en helaas ook door de Poolse katholieke kerk gesanctioneerd antisemitisme. Wijlen de Poolse Paus Johannes Paulus II heeft hiervoor in Jeruzalem openlijk zijn excuses aangeboden.
Gezien de overweldigende steun van de Poolse bevolking aan de uitroeiing van hun Joodse landgenoten lijkt me het niet meer dan redelijk om op het totaal aantal omgekomen Poolse burgers een substantieel aantal door Pools toedoen omgekomen Joden in mindering te brengen. Daarmee wordt het aantal van 66 miljoen inwoners die de Poolse premier nu claimt, beslist met enkele miljoenen verminderd. Zeker gezien het feit dat ook ná de oorlog de Polen er nog alles aangedaan hebben om het werk van de Nazi’s af te maken. Honderden overlevenden uit de concentratiekampen werden bij terugkeer afgeslacht met als ‘hoogtepunten’ het pogrom in de Kielce op 4 juli 1946, waarbij meer dan veertig Poolse joden werden afgeslacht en tachtig gewond van de ongeveer 200 Holocaust overlevenden die naar huis terugkeerden. Krakow, vlak bij Auschwitz, beet de spits af met een ‘spontaan volkspogrom’ al in 1945. Alleen al in dat jaar werden in diverse steden en dorpen 353 overlevenden uit de kampen door ‘medepolen’ afgeslacht. De golf van moordpartijen, ondersteund door overheidsterreur, maakte dat van de 300.000 Poolse Joden die de oorlog overleefden, er eind 1947 nog slechts honderdduizend over waren.
En dat voor een land dat zo’n groot aantal prominente wiskundigen heeft voortgebracht.

De controle freak gecontroleerd

Onze soort ziet kans haar omgeving te domineren zoals geen andere dier- of menssoort dat vóór ons ooit wist te realiseren. Wij zijn in staat delen van onze planeet te bewonen en prooien te bemachtigen waar we met onze relatief gering ontwikkelde zintuigen, spierkracht, beharing en onderhuidse vetlaag beslist niet op zijn gebouwd. Ons brein stelt ons in staat om met zelf ontwikkelde hulpmiddelen in de vorm van kleding, behuizing, vaartuigen, vuur en bewapening te leven en overleven waar we willen. Zelfs de maan is niet meer veilig.
Niet alleen dat we ons zelf aanpassen, we dwingen ook onze leefomgeving in het keurslijf dat voldoet aan onze wensen en behoeften. We ontginnen, rooien en roeien uit, ontwateren, bewateren en exploiteren om als soort maximaal profijt uit de onderworpen ecosystemen te kunnen trekken. Insecten, parasieten en micro-organismen worden te vuur en te zwaard bestreden, de stand van eetbaar wild en de groei van voor ons nuttige en mooie gewassen bevorderd en zogenaamd schadelijk wild en onkruid vernietigd.
Onze eigen soort blijft – ook letterlijk – niet buiten schot. Moord en slavernij, oorlog en ander zinloos geweld lijken evenzeer met ons verbonden als de eeuwige dans van aarde en maan.
Zelfs hebben we kans gezien om een deel van de levende natuur gehéél onder controle te brengen. Een proces dat in de afgelopen 12.000 jaar geschiedenis maakte als domesticatie van wilde dieren en planten tot landbouwhuisdieren en landbouwgewassen. Individuen van enkele tientallen wilde diersoorten werden gevangen en onder controle gebracht, waarbij wij bepaalden welk dier in leven bleef, wie zich mocht voortplanten, wanneer, met wie en hoe vaak. Slechts enkele mannelijke dieren dienden nog de voortplanting. De rest werd gecastreerd, geslacht of anderszins geëxploiteerd. Interessant in dit verband is de parallel met mensculturen waarin nog veelwijverij huis houdt en gearrangeerde huwelijken woeden.
Bij de kunstmatige selectie tijden het domesticatieproces speelden eigenschappen, ooit van belang om te kunnen overleven zonder onze bescherming, nauwelijks nog een rol. Het selectiecriterium was nú productie van melk, vlees, eieren, wol, leer, honing en zijde. Bij weer andere huisdieren ging het om waakzaamheid, snelheid en kracht of puur esthetiek.
Het oeroude succesvolle natuurlijke seksuele selectieproces vrijwel geheel buiten spel gezet.
Des te verrassender dat onze soort, die meent op enig natuurgeweld, de beweging der hemellichamen en de dood na, alles onder controle te hebben, zelf nog steeds onweerstaanbaar wordt gestuurd door miljoenen jaren oude seksuele selectiemechanismen.
De zogenaamde liefde is dan ook niet anders dan kille berekening en een vleugje chemie!
De moderne mens verkeert in een fascinerende spagaat tussen vrijwel totale controle over het extern gebeuren en het volstrekt oncontroleerbare proces van natuurlijke partnerkeuze.
De controle freak gecontroleerd.

Intelligent Design, heiligschennis of heulen met de vijand?

Het oude creationisme lijkt helaas zijn beste tijd te hebben gehad. Een nieuwe school van met de vijand heulende gelovigen probeert God met Darwin te verzoenen. Sommige darwinisten doen zelfs een beetje mee, maar de meeste zijn wars van alle religieuze bemoeienis met hun vakgebied.
Heel jammer, want wat is er mis met het ‘In den beginne …’. Het moet alleen niet al te letterlijk worden opgevat en zeker niet als een gebod. Iets wat we helaas wel doen met de Genesis passage: ‘Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!’
Godsdienst en wetenschap hebben niets met elkaar van doen en zouden elkaar met rust en vooral in hun waarde moeten laten. De Bijbel is een verzameling overleveringen van bijzondere cultuurhistorische waarde, maar het is geen bron van fundamentele en wetenschappelijke natuurhistorische kennis.

Darwin voorzag reeds vroeg het conflict met de gevestigde orde omdat zijn evolutieleer de unieke scheppingsdaad uit Genesis in twijfel trok.
Vanwege de weerstanden die zijn waarnemingen en conclusies onvermijdelijk teweeg zouden brengen, ook in de gezinssituatie, weegt Darwin elk woord op een goudschaaltje. Temeer daar hij getrouwd was met zijn volle nicht Emma Wedgwood, een zeer gelovig Christen, die onaangenaam was getroffen door enkele onderdelen in het werk van haar man. Redenen waarom zij, eenmaal weduwe, haar zoon Francis geen toestemming gaf bepaalde passages te publiceren in de eerste biografie: ‘Life and letters of Charles Darwin’. Het ging haar vooral om de passage waarin Darwin het vermoeden uitsprak, dat een voortdurende inprenting van het geloof in God invloed kan uitoefenen op de hersenen van kinderen. Darwin zelf aan het woord: ‘voor iemand die gelovig is opgevoed, is het vaak even moeilijk zijn geloof af te zweren, als het voor een aap is zijn instinctieve angst en afkeer voor een slang te overwinnen!’ Vermoedelijk een restje Lamarckisme dat nog even op een onbewaakt moment de kop op stak.

De Schepping uit Genesis en de evolutieleer bijten elkaar natuurlijk niet. Het prachtige Scheppingsverhaal is een Goddelijke Openbaring voor de ene categorie gelovigen en een geloofsbelijdenis voor de andere, de evolutieleer is natuurlijke historie. Wetenschap dus. Het is dan ook spijtig te moeten constateren dat zo veel gelovige wetenschappers zich, sinds het verschijnen van Darwins’ ‘On the Origin of Species’, volstrekt onnodig hebben lopen uitputten in het zoeken naar een synthese tussen evolutieleer en Genesis.
De meest invloedrijke berekening van de ouderdom van aarde en kosmos komt op naam van James Ussher (1581–1656), op het hoogtepunt van zijn carrière Anglicaans Aartsbisschop van Armagh and Primaat van Ierland. In zijn invloedrijke ‘Annalium pars postierior’, gepubliceerd in 1654, weet hij met zekerheid het ontstaan van de aarde te positioneren op de avond van de 22e oktober van het jaar 4004 v Chr. Pas veel later komt het ‘debat’ weer op gang.
In enkele grote ‘evolutionaire’ sprongen: van Young Earth Creationists (de leeftijd van de aarde is maximaal 10.000 jaar), via Old Earth Creationists – de leeftijd van aarde en kosmos is eventueel enkele miljarden jaren – en Progressive Creationists (God intervenieert af en toe) tot en met Intelligent Design, waarbij Darwins’ evolutietheorie geen werkelijk verzet meer oproept. Hierbij wordt gesteld dat het ontstaan van bepaalde eigenschappen van levende organismen alleen kunnen worden verklaard als het werk van een intelligente ‘ontwerper’ in plaats van evolutionaire, ongeleide processen als natuurlijke selectie. Als concrete voorbeelden worden standaard genoemd: het ontstaan van het leven, de werking van de lichaamscel, het bewegingsmechanisme van zaadcellen en trilharen, de cascade van bloedstollingsfactoren, de werking van het oog en het immuunsysteem.
Van alle genoemde voorbeelden is inmiddels geheel of gedeeltelijk aangetoond dat deze wel degelijk eenvoudigere voorgangers hebben gehad of in eenvoudiger vorm nog steeds bestaan. Men kan zich er blijkbaar niet mee verzoenen dat nog niet alles is ontdekt!

Aanhangers van Intelligent Design stellen dat een proces van natuurlijke selectie nooit in staat is dergelijke complexe systemen en levensfuncties stap voor stap te laten ontstaan, want alle onderdelen moeten eerst aanwezig zijn voordat er een selectief voordeel is.
Jammer dat sommigen het nodig vinden op deze wijze het prachtige Bijbelverhaal ‘Genesis’ te ontkrachten. Waarom geen bewondering voor de God die duizenden jaren geleden de Bijbel aan zijn volk dicteerde en tevens de bijzondere mens Darwin het levenslicht heeft doen zien? We kunnen slechts bewondering hebben voor de man, die zich losmaakte van de oude dogma’s, waar hij door zijn eigen achtergronden en studie, maar ook door zijn huwelijk zo nauw mee was verbonden. Vernieuwers hebben het nu eenmaal niet gemakkelijk met de gevestigde orde. Daarin was Jezus Darwin al voorgegaan.

En voor degenen die nog slechts een klein duwtje in de rug nodig hebben om de beide versies van het ontstaan van onze soort te kunnen omarmen: het Rift Valley gebied, de scheur in de aardkorst door Oost Afrika, en waar volgens de huidige stand van de wetenschap de bakermat der mensheid ligt, loopt ononderbroken via de Rode Zee, de Dode Zee tot diep in het Jordaandal, de plek waar duizenden jaren geleden het Boek Genesis werd geconcipieerd…

Uitgestorven dieren aan de Kaap

De opmars van de Boeren in de Kaapkolonie eiste niet alleen veel slachtoffers onder de Hottentotten en Bantu’s, ook het rijke dierenleven moest het ontgelden. Zo overleefden o.a. de blauwe bok, de quagga en de Kaapse leeuw de invasie niet. De blauwbok of blauwe antiloop was het eerste grote Zuid Afrikaanse zoogdier dat uitstierf in historische tijden. Het was nauw verwant met de sabelantiloop en de roan-antiloop. Het verspreidingsgebied van de soort was al zeer klein toen de Europeanen het dier in de 17de en 18de eeuw in de Kaapkolonie ontdekten. De laatste blauwbok is rond 1780 gedood.
De quagga is een uitgestorven ondersoort van de steppenzebra. Kop en hals waren zwartwit of bruinwit gestreept en de poten wit of gelig. Het achterlijf was meer egaal bruin. Ze leefden waarschijnlijk op de vlakten in de drogere delen van Zuid Afrika. Door jacht (huiden, vlees) en overbegrazing door vee kwam de soort spoedig aan haar eind. Het laatst in het wild levende dier is geschoten in 1878. De laatste levende quagga stierf op 12 augustus 1883 in Artis. Er zijn steppenzebra’s die kenmerken hebben van een quagga. Niet onmogelijk dat de laatste quagga’s zich hebben gemengd met de steppenzebra. Ook uit DNA-onderzoek is gebleken dat de quagga nauw verwant is aan de steppenzebra. Er bestaat een fokprogramma om de quagga aftekening weer uit de steppenzebra ‘naar voren te halen’. Maar eens uitgestorven, voor altijd uitgestorven. Kenmerkend bij de uitgestorven Kaapse leeuw zijn de dikke en donkergekleurde manen van de mannelijke dieren op de kop, hals, borst en buik. In 1858 werd nog een exemplaar geschoten in de buurt van Kaapstad en sinds 1865 is er nooit meer een Kaapse leeuw gesignaleerd. Vermoedelijk was het geen aparte soort maar alleen de meest zuidelijke variant van de Afrikaanse leeuw.

De vrouwenborst, meer dan ornament alleen.

De melkproductie bij mens en dier wordt gestimuleerd door het hersen(hypofyse)hormoon prolactine, dat bij melkgift tevens als remmer van de voortplantingscyclus optreedt. Gebleken is in de westerse wereld, dat het geven van borstvoeding lang niet zo’n goede anti-conceptionele werking heeft als bij veel volkeren elders. Als reden werd wel gegeven dat in het laatste geval de kinderen continu – jaar in, jaar uit – doorsabbelen en dat bij ons ten gevolge van de knellende greep van consultatiebureaus, borstvoeding om de paar uur plaatsvindt. Maar vermoedelijk is er meer aan de hand. Vrouwen uit ontwikkelingslanden hebben namelijk na jaren continu borstvoeding normale prolactinegehaltes, terwijl de melkgift gewoon doorgaat en de voortplantingscyclus toch volstrekt stil ligt.

Maar soms was de vrouwenborst voor de clerus meer dan ornament alleen.
Rond 1900 pieken de geboortecijfers in Brabant en Limburg voor het eerst boven het landelijk gemiddelde uit, een en ander natuurlijk ten gevolge van de indringende bemoeienis van mijnheer pastoor. De armoede neemt mede daar door hand over hand toe, gelijk opgaand met de kindersterfte. Waarschuwende woorden van de clerus gericht tegen de ‘dartelheid des vleesches’ en het ‘onwelvoegzaam’ tonen van vrouwelijke lichaamsdelen veroorzaakte een
‘schaamtecomplex’ waardoor het geven van geregelde borstvoeding vrijwel onmogelijk was geworden. Deze werd dan ook grootschalig vervangen door koemelk of geitenmelk met als gevolg een sterke toename van de zuigelingsterfte. De historica Cor van der Heijden meldt in haar proefschrift over zuigelingen- en kindersterfte in Tilburg (‘Het heeft niet willen groeien’), dat de sterfte onder kinderen van 2 tot 12 maanden rond 1900 ruim 100% hoger lag dan driekwart eeuw daarvoor. Analyse van de onderzoekresultaten liet zien dat als enige schuldige borstvoeding over bleef. Neveneffecten waren natuurlijk korter wordende intervallen tussen de opeenvolgende geboorten en de daarbij de te verwachten lichamelijke aftakeling en slijtage van de moeders.
De clerus had hier blijkbaar vrede mee, het netto resultaat zal wel positief zijn geweest.

Brein en erotiek

Geuren – beter gezegd feromonen – spelen niet alleen een rol bij het vinden van de juiste partner en het tonen van paringsbereidheid, maar geven ook informatie over gemoedstoestand, mogelijke gevaren, de plaats van een voedselbron, territoriumafbakening en soort- en groepsidentificatie. Bekend is dat de manne­lijke mens vergeleken met zijn vrouwe­lijke tegenhanger en met apen, een zeer slecht ont­wikkeld reukvermogen bezit. Het vermoeden bestaat dat dit ook geldt voor feromonen. Misschien hebben de mannen en vrouwen van onze soort deze geurprik­kels ook niet (meer) zo nodig. Immers, kunnen wij niet verlangend uitzien naar eroti­sche contac­ten zonder dat er (potentiële) part­ners in de buurt zijn?
En misschien is dat nu juist het essentiële verschil tussen onze soort en de overige soorten, inclusief de eerste representanten van het geslacht Homo.

De Engelse onderzoeker Mithen theoretiseert dat ons brein in principe modulair is opgebouwd en dat er in het ‘pre-Homo sapiens stadium’ tussen deze modules of domeinen weinig interactie en uitwisseling van informatie plaats vond.
In de evolutionaire ontwikkeling van de mens zou interactie en informatie overdracht tussen de verschillende domeinen echter in toenemende mate hebben plaats gevonden.
Mithen brengt bijvoorbeeld het fenomeen intelligentie onder in vier belangrijke domeinen: gebruik van gesproken taal, sociale intelligentie, technische vaardigheden en begrip van de levende natuur. Alleen in het brein van de moderne mens zien we een onbelemmerde communicatie tussen deze domeinen.
Als laatste domein van intelligentie ontwikkelt zich de gesproken taal, de andere drie zijn van aanzienlijk ouder datum en hebben in toenemende mate een ‘symbiotische relatie’.
Maar met de komst van de gesproken taal en vooral het opheffen van de barrières tussen de – inmiddels vier – modules of domeinen van intelligentie was de moderne mens een feit.
We zijn dan aangekomen in ‘het jaar 150.000 v. Chr.’

De opofferingsgezindheid van een hofdame

Een wel heel bijzonder geval van altruïsme komen we tegen in het boek ‘Vertel dit toch aan niemand’ (Hermans & Hooghiemstra, Mouria 2006) over het leven aan het hof van koning Willem III in de tweede helft van de 19e eeuw.
In duizenden brieven houdt Henriëtte van de Poll haar ouders jaar in jaar uit minutieus op de hoogte van haar belevenissen als hofdame van koningin Emma.
De uitverkiezing tot deze bijzondere positie gold als zeer eervol. Er werd absolute opofferingsgezindheid, gehoorzaamheid en toewijding verwacht. Henriëtte wist dit alles in ruime mate op te brengen ondanks de intriges binnen de hofhouding, de geringe vergoeding en de narrige buien en ongemanierdheid van koning Willem III.
Een huwelijk werd hoogst ongepast geacht en zou ontslag betekenen.
En kansen waren er voldoende. Henriëtte was een aantrekkelijke vrouw en een veelgevraagd danspartner tijdens de feesten aan het hof.
Hoogtepunt was wel het onstuimige huwelijksaanzoek van een verliefde Luxemburgse graaf. Met pijn in het hart sloeg Henriëtte alle avances af.

Juist haar verbondenheid met haar familie maakte dat zij haar taak als hofdame niet kon opgeven. Henriëttes positie aan het hof deed het gezin Van de Poll namelijk danig in aanzien stijgen en dat was blijkbaar belangrijker dan het eigen levensgeluk. Vanaf het moment van in dienst treden behoorde de familie Van de Poll ineens tot de crême de la crême van Zeist, haar vader werd geadeld tot jonkheer en voor haar broers en zusters betekende een zuster aan het hof een vliegende start in hun maatschappelijke carrière. In 1902 kwam koningin Emma hoogst persoonlijk naar Zeist om de ouders van Henriëtte met hun gouden huwelijk te feliciteren, een hoogtepunt in zijn bestaan zoals haar vader de gebeurtenis omschreef. Haar zusje Joanna mocht zelfs enkele maanden logeren aan het hof als speciaal logeetje van de koningin.
Haar ouders leefden in permanente angst dat aan die bevoorrechte positie een abrupt einde zou komen. En duidelijk was, een huwelijk zou dit alles in een klap teniet doen. Zeker gezien het feit dat de onstuimige Luxemburgse graaf van katholieke huize was.
Henriëtte offerde zich op voor haar familie en overleed ongehuwd en kinderloos.
Evenals trouwens de katholieke graaf…