Bouwmeesters in het dierenrijk

Hoe bewonderenswaardig ook sommige ontwerpen en stijlen in de huidige architectuur, en hoe bijzonder soms ook het kleurgebruik en de vormgeving bij tal van ontwerpers, toch mis ik de stoerheid en architectonische eenvoud van de beverburcht, het onopvallend gebruik van natuurlijke materialen van een hoge isolatiewaarde in het hol van de bruine beer, de elegante gevarieerdheid in bouwstijlen van Oost Afrikaanse wevervogels, en niet te vergeten de uitgebalanceerde en rustgevende geometrische verhoudingen van de bijenraat en het slakkenhuis. Vooral constateren we in de huidige architectuur ernstige deficiënties betreffende de ijlheid en het lijnenspel der opgaande structuren en de gedurfde kleurstelling van de termietenheuvel, om van het geavanceerde luchtverversingssysteem in deze kathedraalvormige structuren nog maar te zwijgen, en ten slotte wanneer zien we nog het speels raffinement, de transparante bouwstijl en het gedurfd ornament gebruik van prieelvogels.
Het kan de lezer niet zijn ontgaan, dat de jarenlange omgang met architecten in Artis en hun bijbehorend wollig taalgebruik hebben hun sporen achtergelaten.

Ons rest slechts bewondering voor de talloze doelmatige nestvormen van vogels, de complexe ondergrondse verblijven van mollen, hamsters, dassen, naakte molratten, muskusratten en ijsberen. Maar evenzo is waardering uit vakkringen gerechtvaardigd voor de zelf gegraven holen van ijsvogels, bijeneters en oeverzwaluwen. Woonboten worden als nestlocatie gebruikt door meerkoeten en juweelwespen gebruiken levende – en dus eetbare- kakkerlakken als babykamer.
Sommige dieren leven in een luchtbel, zoals waterspinnen. De vergelijking met sommige exclusieve penthouses in onze grote steden dringt zich op. Er zijn zelfs zwaluwsoorten die eetbare nesten bouwen. Even niet denkend aan het gruwelijke verhaal van Hans en Grietje en het eetbare huisje van de heks, zou het gebruik van eetbare bouwmaterialen veel overlast van slooppuin voorkomen.

Maar prieelvogels zijn niet de enige dieren, die zich wagen aan flamboyante architectuur. Ook termieten met een uiterst geavaceerde ventilatiesysteem in hun termietenheuvels, honingraten van bijen, vederlichte wespennesten en de ondergrondse schimmelkwekerijen van parasolmieren dienen met ere te worden genoemd. Veel sociale insecten als termieten richten hun wolkenkrabbers bovendien in met een Koninklijke Suite voor de zich voortdurend voortplantende koningin, kraamkamers, kinderkamers en voedselkwekerijen of opslagplaatsen.
Verbazend eigenlijk, dat onze soort zich volop bedient van doelmatige architectuur, soms zelfs met ondoelmatige esthetiek aangevuld, terwijl onze naaste verwanten – de mensapen – niet veel verder komen dan het inrichten van ruw gevormde slaapnesten voor een nacht. Zoogdieren graven doorgaans slechts holen of kraken holtes in bomen, ooit toebehorend aan vogels of aan de boom zelf. In architectonisch opzicht – zeker als Nederlanders – voelen we ons natuurlijk het meest verwant met de bever en hun indrukwekkende waterkeringen en stuwmeren.

Vaders verneukt… Kijk daarom eens goed naar uw kinderen!

Niet alleen zien bij sommige diersoorten de mannetjes en de vrouwtjes er ongeveer hetzelfde uit, bij veel soorten staan ze ook samen voor de verzorging en opvoeding van de jongen. Vaak blijven zulke stellen hun hele leven bij elkaar: kraanvogels, ganzen en zwanen bijvoorbeeld, maar ook gibbons uit Zuid-Oost-Azië en klauwaapjes uit het Amazone gebied, onze eksters, bevers en sommige vleermuissoorten en pinguïns. Wel negen van de tien vogelsoorten – inderdaad 90-92 procent! – zijn monogaam, dat wil zeggen zij brengen de meeste tijd door met één levensgezel en dragen samen de zorg voor de nakomelingen. Monogamie die meestal slechts geldt voor de periode van één broedsel of één broedseizoen. Enkele soorten, zoals kraanvogels, zwanen en ganzen blijven écht levenslang bij elkaar. Dat laat onverlet dat er, zoals vrijwel overal in het dierenrijk, ook hier nu en dan wordt vreemd gegaan. Bij sommige zogenaamde monogame soorten is soms wel twintig tot veertig procent van alle nakomelingen van een andere man dan degene die de vaderrol speelt.
Circa twee tot vier keer de percentages die voor de mens zijn gevonden.

Nieuwe bedreiging voor de Galapagos eilanden

Bepaald bedreigend voor de Galapagos eilanden is de bevolkingsexplosie en de grote aantallen belangstellende toeristen: in twintig jaar tijd is de bevolking verviervoudigd tot 30.000 inwoners en het aantal toeristen dat de eilanden aandoet bedroeg in 2006 al 140.000. De autoriteiten doen er gelukkig alles aan om de toeristenstroom aan straffe regels te binden, opdat de unieke flora en fauna van dit Werelderfgoed zo min mogelijk hebben te lijden van vervuiling en verstoring. Bepaald schadelijk is echter de illegale visserij rond de eilanden.

De schade kan soms zelfs heel onverwacht uitpakken: door de grootschalige vraat door geiten bleef er voor de nesten van reuzenschildpadden te weinig schaduw over. Het resultaat was te warme eieren en – omdat bij veel reptielen het geslacht van de nakomelingen door de broedtemperatuur wordt bepaald – een overmaat aan vrouwelijke dieren. Dat geeft natuurlijk onrust. Anderzijds zijn er in sommige streken nog maar zo weinig dieren over dat de meermalen werd waargenomen dat gefrustreerde volwassen reuzenschildpadmannetjes een jong mannetje of zelfs een afgeronde brok bazalt besteeg. Daarentegen is ze wel een lang leven gegund. Niet onmogelijk daarom, dat er nog 200 kilogram zware reuzen leven die in hun jeugd de jonge Darwin nog hebben gezien toen deze in 1835 de eilanden aandeed.

Maar soms komt het gevaar uit wel erg onverwachte hoek.
Door meereizende insecten kunnen allerlei parasieten worden overgebracht naar plekken en diersoorten waar ze vroeger onbekend waren. De Hawaïeilanden hebben hier al op traumatische wijze kennis mee gemaakt.
Zo wordt op dit moment de op de Galapagos eilanden inheemse vogelwereld bedreigd door vogelmalaria. Een van de vliegende injectiespuiten, die de eencellige parasiet kan overbrengen, een brakwaterminnende mug, heeft zich al op de eilanden genesteld.
Graag daarom begrip voor de stewardess of matroos die tijdens de reis nu en dan geheel onverwacht met de spuitbus uw bagage, luchtwegen en kapsel te lijf gaat. Reden ook waarom de schepen, die de eilandengroep aandoen, niet ’s avonds – dus verlicht en daarmee een aantrekkelijk object voor insecten – het vaste land verlaten.