Vrouwelijke geslachtshormonen, oestrogenen, staan onder andere garant voor de interessante en ook voor kunstenaars zo inspirerende borstontwikkeling, de verdeling van lichaamsvet en lichaamshaar, en andere typisch vrouwelijke lichaamskenmerken. Rondom het tijdstip van de ovulatie of eisprong, als de gehaltes aan vrouwelijke geslachtshormonen in het bloed het hoogst zijn, zien we bij chimpansees een enorme zwelling ontstaan rondom vulva en anus, als het ware een soort van eigen barkruk. Voor de mannetjes altijd erg interessant. Bij de gorilla is deze zwelling gering. De orang-oetan vertoont helemaal geen zwelling tijdens de ovulatie, maar wel tijdens de zwangerschap. Alle vrouwelijke zoogdieren verraden zich in de vruchtbare dagen van de ovulatoire cyclus door vaak opdringerig seksueel gedrag en opwindende geuren. De mensenvrouw vormt hierop een uitzondering. In de dagen rond de eisprong wordt meer geflirt, is de frequentie van het stemgeluid hoger en meer sexy, vinden er meer buitenechtelijke escapades plaats en wordt meer bloot getoond, dat wil zeggen: het decolleté verschuift in zuidelijke richting en de rokzoom noordwaarts. Opwindende c.q. aanstootgevende roodgezwollen bipsen of nymfomaan gedrag en onstuimige geuren of feromonen zijn voor mannen niet waarneembaar. Alhoewel, vrouwelijke lapdancers scoorden aanmerkelijk hogere tips tijdens hun vruchtbare dagen dan in de resterende weken van de cyclus. Een beter verborgen ovulatie dan bij de meeste zoogdieren, dat wel, maar helemaal verborgen gaat het grote gebeuren niet voorbij. Mannen willen bovendien kost wat kost voorkomen dat zij investeren in de verzorging aan de genen van een andere man. Uit onderzoek blijkt dan ook, dat in het algemeen mannen jaloers zijn bij de gedachte dat hun vrouw seks heeft met een andere man, terwijl vrouwen juist jaloers zijn als hun man zich ten opzichte van een andere vrouw verzorgend opstelt. Mannen geven sneller geld uit als ze foto’s gezien hebben van erotische foto’s van sexy vrouwen ontdekten onderzoekers van de universiteit van Stanford. De mannen kregen eerst de erotische foto’s te zien en mochten daarna gaan gokken in een casino. De mannen zetten daar grotere bedragen in dan ze anders zouden doen. “Op het eerste gezicht lijken de twee niets met elkaar te maken te hebben,” zegt psycholoog Brian Knutson. “Maar niets is minder waar. Een casino is er zo op gebouwd om bepaalde prikkels in de hersenen te stimuleren. Er is fel licht, drank a volonté en iedereen is piekfijn uitgedost. Dit moedigt aan om meer risico’s te nemen.” Omdat mannen, evenals de meeste mannelijke dieren trouwens, altijd wel belangstelling hebben voor het bedrijven van de liefde, seks dus, zijn ze gedwongen om in de buurt van hun partner te blijven om te verhinderen dat een ander zijn wellustige slag slaat, toevallig in haar vruchtbare periode. Bovendien, omdat bij onze soort ook de vrouwelijke sekse het gehele jaar door seksueel belangstellend is – op een enkel geval van hoofdpijn na natuurlijk – heeft seks een versterkende invloed op de onderlinge band. In dat kader is het voor de vrouw ook van belang om altijd, dan wel zo lang mogelijk seksueel aantrekkelijk te blijven. Daarom worden jaarlijks fortuinen uitgegeven aan het ‘ontgrijzen, liften, sucken, botoxen’ en een machtige variatie aan alles camouflerende make-up. Vrouwen willen continu aantrekkelijk zijn en ontvankelijk lijken.
Maandelijks archief: oktober 2012
Ter overdenking
In de rijke verzamelingen van het Tropenmuseum te Amsterdam bevindt zich een bijzonder object, een sigarendoos gemaakt van de poot van de bijna uitgestorven Javaanse neushoorn uit de Preanger, een gebied in Java. Het is een onderdeel van een aansprekend dier, dat eerst moesten worden gedood voordat de lichaamsonderdelen tot zogenaamde kunstvoorwerpen konden worden verwerkt. Laten we niet twisten over smaak. Ook die evolueert, soms tot wansmaak. Geen medeschepsel is ooit op de gedachte gekomen delen van zijn prooidieren zo te verwerken. De relatie van de makers met onze leefomgeving lijkt ver verwijderd. Maar hoe bijzonder ook wat de soort mens op organisatorisch, artistiek en technisch gebied tot stand heeft gebracht met zijn overgedimensioneerde hersenschors, de historisch gegroeide relatie tussen ons en de rest van de levende natuur bleef bestaan. Onze woningen worden daarom mede bewoond door een reusachtige variëteit aan huisdieren, de vensterbanken imiteren de savanne en soms zelfs nog het regenwoud. En niet te vergeten de open haard, symbool van beheersing van het vuur. Het daaraan verbonden extra werk, rommel en brandgevaar nemen we op de koop toe. Onverbrekelijk verbonden met ons verleden. De verbondenheid met onze wortels op de savanne zit in onze genen verankerd. Nergens in onze huiskamers een pot zand in de vensterbank of er staat wel een plant in, geen bak water of deze is gevuld met vissen. We zijn bereid om honderdduizend euro’s extra op tafel te leggen voor een stukje tuin van vijftig vierkante meter. Niet dat zo’n lapje grond enige jachtbuit verschaft of het verzamelen van voldoende groenvoer mogelijk maakt om de winter door te komen. Het is al voldoende als we erop uit kunnen kijken of er in kunnen zitten. Wij alleen dan, en níet onze buren. Het bij onze verre voorouders behorende buitenleven – natuurlijk vooral ingegeven door gebrek aan binnenaccommodatie – zit nog diep in onze breinen verankerd. De savanne vooral. Hebben wij keuze uit foto’s met een veelheid aan woonplekken, van midden in een bos tot en met open vlaktes en steden dan gaat vrijwel iedereen voor een huisje in de bosrand – iets hoger gelegen – met wijds uitzicht over de ‘savanne’. Het blijkt ook dat mensen in een groene woonomgeving zich een tikkeltje gezonder voelen en minder vaak naar de dokter gaan met kwalen als diabetes, angststoornissen, depressie, COPD en duizeligheid. Mensen, die meer tijd doorbrengen in een groene woonomgeving, herstellen sneller van stress. Iedereen beleeft en herbeleeft zijn jager- en verzamelaarverleden op een eigen manier. We hollen door bos en veld, jagen met camera, geweer of verrekijker, zoeken naar schelpen aan het strand of golfen op armzalige monoculturen. We bezoeken dierentuinen, botanische tuinen en natuurreservaten. Die verbondenheid met de natuur en de afhankelijkheid van onze medeschepselen is onuitwisbaar ondanks alle verstedelijking, verdeling van werkzaamheden, managers, grootgrutters en technische vooruitgang. Duidelijk is onze oeroude relatie met én afhankelijkheid van de levende wereld rondom. Een oerverbond met de ons omringende natuur. Het kost moeite deze oergevoelens terug te vinden in het getoonde object.