Rekenwerk voor Poolse premier

De Poolse premier Jaroslaw Koczynski stelde onlangs: ‘Als Polen de Tweede Wereldoorlog niet had meegemaakt zouden we nu een land met 66 miljoen inwoners zijn geweest’. In het nieuwe EU-verdrag is de invloed van de nieuwe lidstaat gekoppeld aan het inwonertal van 38 miljoen. Politiek gezien niet alleen een incorrecte maar ook een buitengewoon domme poging haar stemgewicht te vergroten. Immers van de 3.3 miljoen Poolse Joden die het land vóór de oorlog telde kwamen er 3 miljoen (90%) om. Een zelfde percentage vinden we de Baltische Staten, Duitsland en Oostenrijk, landen waar de bewoners ook in grote meerderheid de maatregelen van de Nazi’s tegen de joden steunden en met een ongezonde gretigheid – de goeden niet te na gesproken – een prominente bijdrage leverden.
Mochten de Polen ooit succes hebben met hun argumentatie dan moet ook voor ons land, met zijn hoge Joodse verliescijfer van 80 procent, het stemgewicht aan de EU vergadertafel worden herzien. Het Europees gemiddelde ligt op 67 procent.
Maar nu terug naar Polen. Het land kende al ruim voor de oorlog een door de overheid en helaas ook door de Poolse katholieke kerk gesanctioneerd antisemitisme. Wijlen de Poolse Paus Johannes Paulus II heeft hiervoor in Jeruzalem openlijk zijn excuses aangeboden.
Gezien de overweldigende steun van de Poolse bevolking aan de uitroeiing van hun Joodse landgenoten lijkt me het niet meer dan redelijk om op het totaal aantal omgekomen Poolse burgers een substantieel aantal door Pools toedoen omgekomen Joden in mindering te brengen. Daarmee wordt het aantal van 66 miljoen inwoners die de Poolse premier nu claimt, beslist met enkele miljoenen verminderd. Zeker gezien het feit dat ook ná de oorlog de Polen er nog alles aangedaan hebben om het werk van de Nazi’s af te maken. Honderden overlevenden uit de concentratiekampen werden bij terugkeer afgeslacht met als ‘hoogtepunten’ het pogrom in de Kielce op 4 juli 1946, waarbij meer dan veertig Poolse joden werden afgeslacht en tachtig gewond van de ongeveer 200 Holocaust overlevenden die naar huis terugkeerden. Krakow, vlak bij Auschwitz, beet de spits af met een ‘spontaan volkspogrom’ al in 1945. Alleen al in dat jaar werden in diverse steden en dorpen 353 overlevenden uit de kampen door ‘medepolen’ afgeslacht. De golf van moordpartijen, ondersteund door overheidsterreur, maakte dat van de 300.000 Poolse Joden die de oorlog overleefden, er eind 1947 nog slechts honderdduizend over waren.
En dat voor een land dat zo’n groot aantal prominente wiskundigen heeft voortgebracht.

Waaraan heeft het Rijksmuseum haar bestaan te danken?

Veel toeristen die ons land aan doen weten zeker dat wij op het punt van zinken staan als niet heel Holland omringd zou zijn door een dijk en dat er keihard wordt gepompt door windmolens om de klompen en de koeien droog te houden. In tijden van nood is er dan gelukkig Hans Brinker, die met zijn vinger een dreigende dijkdoorbraak weet te voorkomen. Daardoor is al dat moois niet verloren gegaan en kon het in de Gouden Eeuw – in pakkende samenhang met onze bijzondere wolken – aan het schilderslinnen worden toevertrouwd.

De Uilenburger synagoge

De Uilenburger synagoge is één van de oudste en meest tastbare herinneringen aan het joodse proletariaat en de oude jodenbuurt van Amsterdam.
Vanaf het eind van de 17e eeuw vestigden zich arme joden uit Oost Europa op de nieuw aangelegde eilanden van de stadsuitbreiding, w.o. Uilenburg. Zij hebben er eeuwen gewoond en gewerkt, bouwden er hun Uilenburger synagoge, hadden een eigen taal en cultuur, een vreemde godsdienst met een andere kalender en eigen eetgewoonten. De nieuwe Amsterdammers werden weliswaar getolereerd maar bepaalde beroepen mochten ze niet uitoefenen. Joden mochten geen lid worden van de gilden en moesten hun eigen onderlinge hulp en armenzorg organiseren. Men hield sjabbat en ging trouw naar sjoel. De mensen leefden dicht op elkaar in ongezonde krotten en er heerste grote armoede.

In de Tweede Wereldoorlog werden bijna alle joodse bewoners uit de buurt gedeporteerd en vermoord. De huizen en andere gebouwen van de joodse gemeenschap werden leeggeroofd en van alle brandbare materialen ontdaan.
De synagoge bleef onttakeld en ontredderd achter.
Ter herinnering aan de joden, die hun Mokum nooit meer terug zouden zien, om recht te doen aan de geschiedenis van het bijzondere gebouw en de buurt en ter lering van de huidige en komende generaties werd in 2002 de Stichting Uilenburgersjoel (SUS) opgericht .

De doelstelling van de stichting is bovenal het terugbrengen van de Uilenburger Synagoge in de joodse sfeer, maar ook het verwerven van het hoofdgebruik van de sjoel en deze waar nodig te restaureren en te onderhouden. Hoofddoel hierbij is het openstellen van de synagoge voor diverse joodse sociale en culturele activiteiten en erediensten. Maar natuurlijk ook het ter beschikking stellen van de synagoge voor diverse activiteiten op sociaal en cultureel gebied voor de omliggende buurten en andere Amsterdammers.

In 1954 kocht de gemeente Amsterdam het gebouw voor het marktconforme bedrag van fl. 75.000. Na een provisorische opknapbuurt was het langdurig in gebruik voor de opslag van historisch waardevolle bouwmaterialen en was het restauratie atelier van Hans ’t Mannetje erin gevestigd.
Vanaf 1988 werd de synagoge aan het Nationaal Restauratie Centrum (NRC) verhuurd. De restauratie van het gebouw, maar niet als sjoel, kwam in 1996 gereed. Er worden nu cursussen in o.a hakken en beeldhouwen geven en de bovenzaal wordt verhuurd voor concerten en andere activiteiten.

Al op 2 september 1724 werd op de plaats van de huidige synagoge een huissynagoge ingewijd. Deze provisorische invulling werd snel te klein.
In 1765 werd besloten om een nieuwe synagoge te bouwen, die op 29 augustus 1766 in gebruik werd genomen. De bovenzaal was bestemd voor godsdienstoefeningen. De begane grond was verdeeld in twee zalen, die aanvankelijk dienst deden als bruiloftslokalen. De kelders fungeerden als keukens. Tenslotte werden de beneden ruimten gebruikt als een rituele slachtplaats voor gevogelte. In 1889 wordt er aan de achterkant een tweede trappenhuis gebouwd, dat inmiddels weer gesloopt is.

Oorspronkelijk was het gebouw van uit de Uilenburgerstraat niet zichtbaar van de openbare weg en slechts bereikbaar via de Koning Davidgang, de voormalige Brandewijngang.
In 1906 ontstond na de sloop van enkele huizen een voorplein en stond de synagoge niet meer op het Kokshofje aan de Uilenburgerstraat of zoals in andere documenten staat aan de Agterstraat op Uijlenburg.
Nu is het gebouw verborgen achter een hoge muur met hek.
Op de kaart van Balthazar Florisz uit 1625 staat een duidelijke afbeelding van Uilenburg. Op het eiland bevinden zich scheepswerven, pakhuizen twee lange- en twee dwarsstraten.

Het in 1593 aangelegde eiland is door vier bruggen met de buitenwereld verbonden; twee over de Montelbaens Burchwal, de huidige Oude Schans.
Het eiland werd steeds dichter bebouwd en de bevolking nam toe. Hele families en grote gezinnen woonden dicht opeen in gehorige, benauwde, onhygiënische en veel te kleine ruimtes. Men leefde en werkte voor een deel op straat. Vanwege de erbarmelijke woonsituatie werd Uilenburg aan het begin van de twintigste eeuw gesaneerd. Vrijwel alle uit de 17de eeuw daterende bebouwing werd gesloopt. Alleen de oostkant bleef in tact met aan het water typisch Amsterdamse bedrijvigheid, zoals een scheepswerf, pakhuizen en twee diamantslijperijen. Met als centrale parel de uit 1766 daterende synagoge.

De Uilenburger Synagoge is een tastbare herinnering aan het joodse proletariaat dat hier eeuwen geleefd, gewoond, gewerkt en geleden heeft. Deze herinnering wil de Stichting Uilenburger Sjoel levend houden.
De Stichting Uilenburger Sjoel ziet er naar uit om met de huidige bewoners van de oude buurt, waartoe ook de Nieuwmarktbuurt behoorde, de oude synagoge nieuw leven in te blazen.

Bestuur Stichting Uilenburger Sjoel

De controle freak gecontroleerd

Onze soort ziet kans haar omgeving te domineren zoals geen andere dier- of menssoort dat vóór ons ooit wist te realiseren. Wij zijn in staat delen van onze planeet te bewonen en prooien te bemachtigen waar we met onze relatief gering ontwikkelde zintuigen, spierkracht, beharing en onderhuidse vetlaag beslist niet op zijn gebouwd. Ons brein stelt ons in staat om met zelf ontwikkelde hulpmiddelen in de vorm van kleding, behuizing, vaartuigen, vuur en bewapening te leven en overleven waar we willen. Zelfs de maan is niet meer veilig.
Niet alleen dat we ons zelf aanpassen, we dwingen ook onze leefomgeving in het keurslijf dat voldoet aan onze wensen en behoeften. We ontginnen, rooien en roeien uit, ontwateren, bewateren en exploiteren om als soort maximaal profijt uit de onderworpen ecosystemen te kunnen trekken. Insecten, parasieten en micro-organismen worden te vuur en te zwaard bestreden, de stand van eetbaar wild en de groei van voor ons nuttige en mooie gewassen bevorderd en zogenaamd schadelijk wild en onkruid vernietigd.
Onze eigen soort blijft – ook letterlijk – niet buiten schot. Moord en slavernij, oorlog en ander zinloos geweld lijken evenzeer met ons verbonden als de eeuwige dans van aarde en maan.
Zelfs hebben we kans gezien om een deel van de levende natuur gehéél onder controle te brengen. Een proces dat in de afgelopen 12.000 jaar geschiedenis maakte als domesticatie van wilde dieren en planten tot landbouwhuisdieren en landbouwgewassen. Individuen van enkele tientallen wilde diersoorten werden gevangen en onder controle gebracht, waarbij wij bepaalden welk dier in leven bleef, wie zich mocht voortplanten, wanneer, met wie en hoe vaak. Slechts enkele mannelijke dieren dienden nog de voortplanting. De rest werd gecastreerd, geslacht of anderszins geëxploiteerd. Interessant in dit verband is de parallel met mensculturen waarin nog veelwijverij huis houdt en gearrangeerde huwelijken woeden.
Bij de kunstmatige selectie tijden het domesticatieproces speelden eigenschappen, ooit van belang om te kunnen overleven zonder onze bescherming, nauwelijks nog een rol. Het selectiecriterium was nú productie van melk, vlees, eieren, wol, leer, honing en zijde. Bij weer andere huisdieren ging het om waakzaamheid, snelheid en kracht of puur esthetiek.
Het oeroude succesvolle natuurlijke seksuele selectieproces vrijwel geheel buiten spel gezet.
Des te verrassender dat onze soort, die meent op enig natuurgeweld, de beweging der hemellichamen en de dood na, alles onder controle te hebben, zelf nog steeds onweerstaanbaar wordt gestuurd door miljoenen jaren oude seksuele selectiemechanismen.
De zogenaamde liefde is dan ook niet anders dan kille berekening en een vleugje chemie!
De moderne mens verkeert in een fascinerende spagaat tussen vrijwel totale controle over het extern gebeuren en het volstrekt oncontroleerbare proces van natuurlijke partnerkeuze.
De controle freak gecontroleerd.

Principes boven alles!

Een grievende ervaring op het gebied van toiletzakjes voor damesverband noopte tot het schrijven van de volgende brief:

L.S.
Graag vraag ik uw gewaardeerde aandacht voor het volgende.
Afgelopen weekeinde maakten mijn vrouw en ik gebruik van de logeeraccommodatie van ‘De Lindenhof’ in Enschde.
Toen mijn oog toevallig op de tekst viel op de papieren zakjes van het merk Satino, welke gebruikt behoren te worden om hygiënisch damesverband te verpakken, zakte ik toch bijna door m’n stoel – in dit geval natuurlijk de closetpot – van verbazing. In de Franse, Duitse en Engelse versie staat namelijk te lezen dat het hier een zakje betreft voor hygiënisch verband en dat men die niet in het toilet moet werpen, doch in de afvalemmer. Alleen in de Nederlandse tekst – de overige talen ben ik niet machtig – staat apart vermeld dat ‘wegwerpen in het toilet verstoppingen veroorzaakt’.
Hierdoor wordt de suggestie gewekt dat Nederlanders ietwat dommer zijn dan de Fransen, Duitsers en Britten, die deze toevoeging blijkbaar niet nodig hebben en zelfstandig begrijpen dat verstopping het gevolg kan zijn. In het kader van de onvermijdelijke Europese eenwording lijkt het mij grievend een dergelijk onderscheid te laten voortbestaan tussen de lidstaten.
Graag hoor ik van de fabrikant hoe deze teksten worden aangepast: verwijdert men de toevoeging in de Nederlandse tekst (dat verstopping het gevolg kan zijn van het in het toilet werpen van het verband) of voegt de fabrikant deze opmerking aan de andere teksten toe?
Het is zonder meer een zaak waaraan men in Brussel de nodige aandacht wil schenken.
U doet mij een genoegen dit schrijven te doen toekomen aan de fabrikant van Satino.
Hoogachtend,

Het hiervoor geconstateerde en knellende probleem is in het management team van Satino besproken en op de nieuwe zakjes is mijn suggestie over genomen.
Een mens moet pal staan voor z’n principes! Zeker als gekrenkte nationale trots in het geding is!