Wie voor een dubbeltje geboren is…

Harembezitters – in het dierenrijk tenminste – hebben bewezen hun seksegenoten fysiek de baas te zijn. De verliezers zijn veroordeeld tot het maagdendom.
In ieder geval voor één seizoen.
Bij een studie waarin 115 zeeolifantstieren waren betrokken bleek dat de vijf grootste en zwaarste vechtersbazen 85 procent van alle nakomelingen ‘op hun geweten’ hadden. Met een lichaamsgewicht dat wel negen keer zo zwaar kan zijn als dat van de andere sekse, bedienen ze gemiddeld zo’n vijftig of meer vrouwtjes.
In principe geldt hetzelfde voor de fors uit de kluiten gewassen gorillamannen, de silverbacks. Soms bestieren zij – ook letterlijk – met hun lichaamsgewicht, dat circa twee keer zo hoog is als dat van zijn haremdames, een huishouding van wel zes vrouwen. Het zijn niet alleen de iets oudere, sterkste en meeste gezonde dieren, maar vaak ook zelf weer ‘Heren van hoge komaf’.
Het mag geen verbazing wekken dat dergelijke topsporters, maar enkele jaren op het podium kunnen schitteren en dan het stokje moeten overgeven.

Een neushoornstier heeft het vooral in de paartijd fysiek extra zwaar. Niet alleen dat hij andere mannen moet pareren, ook wordt hij door de vrouwen zwaar op de proef gesteld. Als de koeien in bronst zijn blijven ze eindeloos voor hem uit rennen om dan plotseling om te keren om een gevecht te gaan met haar hunkerende achtervolger. Deze exercities kunnen wel eens ruim een dag in beslag nemen.
Staat hij zijn mannetje dan is dat voor haar een signaal dat hij fit genoeg is om als vader voor haar kalf te dienen.
Logisch dat hij na zo’n lang voorspel niet van zijn koe is af te branden.
Dat laatste is de neushoorn als soort trouwens duur komen te staan. Zo’n neushoornman is namelijk in staat de copulatie c.q. erectie extreem lang overeind te houden, waarbij er in de oosterse geneeskunst enige verwarring bestaat of dit fenomeen nu te danken is aan de penis of aan de hoorn.
Voor de neushoorns zelf maakt het niet veel uit. Ten behoeve van de amputatie van beide uitsteeksels moet het dier er toch aan geloven.
Vooral in het Verre Oosten en op het Arabisch schiereiland wordt gemalen neushoornhoorn als seksuele stimulans gebruikt, in Jemen ben je geen echte man als je een dolk geen handvat heeft, gemaakt van neushoornnoorn. Elders dient de hoorn vooral als medicijn tegen verkoudheid, koorts, vermoeidheid of flauw vallen.

Mannen lijden dus vaak een slopend bestaan. Eerst moeten ze territorium, harems en voedselbronnen veroveren op de bronstige concurrentie en die vervolgens continu verdedigen. Enig fysiek overwicht in massa en kracht is beslist onontbeerlijk, maar
begrijpelijk dat ze na één dekseizoen meestal zijn uitgerangeerd.
Bij onze soort zijn de mannen gemiddeld acht procent langer dan vrouwen, sterker en zo’n twintig procent zwaarder. Vergeleken met de ons omringende dierenwereld lijkt dat – evolutionair beschouwd – nauwelijks voldoende om een harem te claimen.
Mocht u toch de behoefte voelen, klampt u zich dan maar vast aan een antiloop als de impala, waar de mannetjes ook maar een weinig zwaarder zijn dan hun vrouwtjes maar het vooral moeten hebben van agressie en onnutte uitsteeksels. In hun geval horens.
Zo neigt ook onze soort naar meerwijverij. De natuur is hardnekkig zo blijkt uit de buitenechtelijke escapades van veel politici, grijp- en graaigrage toppers uit het bedrijfsleven en niet te vergeten de aardse driften van het celibatair priesterdom.

In veel culturen, in het geniep dus ook in onze westerse, is het haremfenomeen nog springlevend. Maar dan op basis van hiërarchisch of materieel overwicht.
Bij onderzoek naar veelwijverij bij onze soort blijkt, dat bijna duizend van de ruim 1150 onderzochte samenlevingen – waaronder ook vroegere – polygyn waren, circa negentig procent dus.
Vrijwel zeker stroomt er bloed van Karel de Grote, Dzjengis Khan of Julius Caesar door uw aderen!