Over het algemeen worden symmetrie en uitgroei van horens en geweien, overgedimensioneerde staartveren en andere zoölogische toeters en bellen gezien als een ‘marker van de biologische kwaliteit’ van het individu.
Vermoed wordt dat asymmetrische lichaamsontwikkeling soms genetische oorzaken heeft of is te wijten aan een niet geheel vlekkeloos verlopen embryonale ontwikkeling. Bijvoorbeeld door een tekort aan voedingsstoffen door ondervoeding van het moederdier dan wel vanwege een gestoorde bloedtoevoer naar de foetus. Misschien spelen infecties of giftige stoffen uit het milieu een rol, of toxines – giftige afscheidingsproducten – van bacteriën.
Symmetrie blijkt zowel bij dieren als bij de mens positief gecorreleerd met vruchtbaarheid, fysieke aantrekkelijkheid en algemene gezondheid.
Maar voor u zelfverzekerd in de spiegel kijkt: aangetoond werd ook dat het de intelligentie niet beïnvloedt.
Symmetrische mannelijke dieren zijn dan ook meer gewild als partner. Bij boerenzwaluwen werd dit proefondervindelijk inderdaad aangetoond. Zwaluwmannen, waarbij een van de punten van de gevorkte staart werd ingekort, kwamen moeilijker aan een partner dan de zuiver symmetrische vogels. Bij pauwen en bij oost Afrikaanse zangvogels als paradijs-wida’s, waarbij de staart kunstmatig werd ingekort of verlengd, dan wel asymmetrisch werd gemaakt, werd het zelfde geconstateerd. Bij sommige soorten antilopen, apen en insecten werd een relatie gevonden tussen symmetrie en zaadkwaliteit.
Ook vrouwen van onze soort stellen prijs op mannelijke lichaamssymmetrie.
‘En niet voor niets’: diverse onderzoeken hebben een positieve correlatie aangetoond met spermakwaliteit. Daarnaast hebben vrouwen over het algemeen een duidelijke voorkeur voor mannen met een breed voorhoofd, een forse onderkaak met geprononceerde kin, een gespierde torso en een vent waarbij de omvang rond het middel gedeeld door de omvang rond de heupen op 0,9 uitkomt. Vooral tijdens de vruchtbare dagen binnen de ovulatoire cyclus worden eigenschappen van een hoog baviaangehalte meer gewaardeerd.
Over het algemeen voelen mannen van onze soort zich eveneens meer aangetrokken tot symmetrisch ontwikkelde partners. Daarbij gaat het niet alleen om de gezichtsvorm en de lengte van de ledematen, maar vooral ook om een symmetrische ontwikkeling van de borsten. Symmetrie van vingerkootjes staat bij vrouwen garant voor gemiddeld dertien procent hogere gehaltes van vrouwelijke geslachtshormonen in het bloed, met grotere kans op zwangerschap.
Verder is aangetoond dat mannen de voorkeur geven aan vrouwen met volle lippen en stevig ontwikkelde, symmetrische en grote borsten, smalle kaken en grote ogen, én waarbij de omvang rond het middel gedeeld door de omvang rond de heupen circa 0,7 is. De laatste decennia toont een zeer geringe stijging. Speciaal voor de vrouwelijke lezers: Marilyn Monroe, Sofia Loren en de Venus van Milo gingen u voor.
Onderzoek toonde aan dat borstgrootte en een ‘optimale’ verhouding tussen middel en heupen wijzen op een gunstiger verhouding tussen de gehaltes aan hormonen, die een belangrijke rol spelen bij de voortplanting en zouden leiden tot een groter aantal nakomelingen.
Een Pools-Amerikaanse onderzoeksgroep toonde aan dat vrouwen met een relatief lage verhouding tussen de omvang rond het middel gedeeld door de omvang rond de heupen, en tevens in het bezit van een weelderige boezem, dertig procent hogere gehaltes aan het vrouwelijke geslachtshormoon oestradiol in hun bloed hadden dan vrouwen met ‘andere’ lichaamsvormen. De Harvard onderzoekers, ook deel uitmakend van het team, toonden al eerder aan dat hogere oestradiol niveaus positief waren gecorreleerd met vruchtbaarheid. Het vermeerdert de kans op zwangerschap met ongeveer een factor drie.
Het speeksel van het zandlopervormige deel van de onderzoeksgroep bevatte – afhankelijk van de fase van de ovariële cyclus – 26 tot 37 procent hogere gehaltes aan het vrouwelijke geslachtshormoon oestradiol-17-bêta.
Een wetenschappelijke analyse van bijna vijftig jaar centerfolds van Playboy (577 vrouwen in de jaren 1953 tot 2001) leverde onveranderd een uitslag van gemiddeld 0,7.
Lichamelijke aantrekkingskracht en vruchtbaarheid liggen blijkbaar hartstochtelijk in elkaars verlengde.