Dwarsliggers biologisch ontleed

In de pubertijd, de beginnende geslachtsrijpheid dus, start direct de zoektocht naar geschikte levenspartners. Het is een levensfase waarin met name door het mannelijk deel van de bevolking nogal wat overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt.
Deze beginnende adolescentie en het daar uit voortvloeiend ongerief lijkt in alles op de pogingen van alle andere ‘jonge mannelijke dieren om toegang te verkrijgen tot de meeste en beste wijfjes’. Onderlinge competitie speelt daarbij een hoofdrol.

Bij het bereiken van de pubertijd kijken meisjes altijd met bewondering naar de kwalletjes en lefgozertjes. Soms de pestkoppen en de vandalen, maar meestal de stoere vechtersbazen, de jongens die op het dak van de school wisten te klimmen en de bink die de meester een natte spons in de nek gooide. Alle buitengewoon risicovolle handelingen, die grote kans geven op straffen variërend van strafwerk tot en met van school worden verwijderd. Daarnaast is er een kans dat je zelf een pak slaag krijgt omdat je de verkeerde hebt uitgedaagd, van het dak valt, de veroorzaakte schade moet vergoeden of een ‘corrigerende‘ tik krijgt van de getroffen docent.
Later moeten ze – ook weer de mannetjes – zo nodig bungy jumpen, streetcar racen en de voetbal hooligan uithangen, vaak met nog grotere risico’s en nog ernstiger gevolgen. Jongetjes en jonge mannen nemen dus willens en wetens risico’s om op te vallen. Niet alleen stijgen ze hierdoor in ‘achting‘ bij hun sekse genoten, maar ook bij het andere geslacht blijft het stunten niet onopgemerkt. Dat laatste pakt niet altijd even gunstig uit. In sommige fasen van de ovariële cyclus hebben vrouwen van onze soort liever rustige, voorzichtige en oppassende partners…
Communicatie in haar oervorm.

De essentie van het ‘lastige puber probleem’ is naar alle waarschijnlijkheid dan ook gelegen in het biologisch fenomeen, dat jongetjes zich hoe dan ook en ten koste van veel – zo niet alles – moeten zien te onderscheiden van anderen, maar hiervoor nauwelijks nog het gereedschap bezitten. Dat wil zeggen, nog geen territorium, onderscheidend bezit, uitgegroeide fysiek, maatschappelijke positie e.d. Dus blijft over onderscheid in durf en brutaliteit.
Anders gesteld: over blijft tonen van lef en show, uitdagen van het gezag, en van de naast hogere posities in de hiërarchie. Het succes hierbij vormt mogelijk een voorbode van het te verwachten succes later als man, dus na het bereiken van de werkelijke volwassenheid.
Belangrijk lijkt dan ook het kanaliseren van de behoefte van jongens om zich voor de meisjes te onderscheiden naar kracht en durf (brutaliteit). Echte jongenssporten in onze maatschappij als bij voorbeeld voetbal, rugby en vechtsporten, maar ook ‘wilde spelletjes’ waaraan meisjes meestal niet deelnemen, en ‘oorlogje’ en ‘cowboy en indiaantje’ zijn hiervan voorbeelden.

In onze maatschappij echter kan – gelukkig – slechts een beperkt deel fysiek excelleren. Belangrijk daarom, dat ook de lichamelijk minder behendige en minder sterke en sportieve jongens een mogelijkheid tot onderscheid wordt geboden.
Dus niet alleen rennen en voetbal, maar ook kaart- en kompaslezen en schaken. Ook de nerds moeten zich in ‘belangrijke’ zaken kunnen onderscheiden, om de pispaalstatus te vermijden.