Laatste tijd nog wel eens het Amsterdamse Bos bezocht?


‘Dit bos is een topprodukt’
Jan Ebbinge: een interview op locatie met Maarten Frankenhuis

Maarten Frankenhuis is onder meer ruim 13 jaar directeur van Artis geweest en rust nog altijd niet op zijn welverdiende lauweren. Hij leidt safarireizen naar Oost en Zuid Afrika, natuurreizen naar Zuid-Amerika, geeft lezingen, schrijft, adviseert en treedt op als dagvoorzitter. Hij kent het Amsterdamse Bos op zijn duimpje. ‘In mijn Artis-tijd liep ik hier vier keer in de week hard.’ Het doet hem zichtbaar goed om er weer terug te zijn. Op de uitkijkpost in de oeverlanden Nieuwe Meer zegt hij: ‘Dit is het mooiste wat je van gemaakte natuur kunt verwachten. Het alternatief is echte natuur, maar dan zou je er op deze locatie een hek omheen moeten zetten om honden en katten buiten te sluiten. Zo is het prima, een absoluut topprodukt.’ Vinden we jouw favoriete dier hier in het bos? Frankenhuis: ‘Ik ben bang van niet. Dat is de Afrikaanse wilde hond, een in groepen jagende hondachtige. Hij is oerlelijk, net als de hyena, maar ‘daarom’ des te fascinerender. In een groep van zo’n dertig honden zijn er maar één man en één vrouw die een nest produceren. De anderen zijn dag in dag uit bezig met zorgen voor moeder en kroost. De Goede Heer en Darwin hebben dat zo geregeld, alle dieren zijn naaste familie en alleen voor je eigen genen geef je je leven. Mijn favoriete dier in het Amsterdamse Bos is de grote bonte specht. Dat geluid, de kleur, de markante verschijning … Als hij er is, is dat een teken van biologische gezondheid van het bos. Dan is er genoeg dood hout en zijn er genoeg insecten. Meer dan iets anders ben ik toch een vogelman.’Je hebt jarenlang de leiding gehad over dieren in gevangenschap. Als je door het bos loopt ben je dan niet jaloers op de dieren hier? ‘Natuurlijk. Dieren in volle vrijheid zijn altijd mooier dan dieren achter tralies en in kooien. Maar mensen in het bos zien niets als ze er niet op gewezen worden. In dierentuinen weet je wat je ziet. Bij kinderen springt de vonk voor dieren over in dierentuinen. Daar komen later de natuurbeschermers uit voort. Voor besef van natuur en milieu moet je hier in het bos zijn. Kinderen zijn pas later geïnteresseerd in grotere verbanden – in de samenhang der dingen – en dan speelt het bos een grote rol’. Als even later het gesprek op de Oostvaardersplassen komt schiet Frankenhuis in vuur en vlam. Afgelopen winter zijn daar voor het zoveelste achtereen volgende jaar veel dieren doodgehongerd. ‘Ik ben er geweest en heb onnoemelijk dierenleed gezien. In Artikel 36 van de Gezondheid en Welzijnswet voor Dieren en daarin staat dat dieren moeten worden geholpen als ze in nood verkeren. Verwilderde huisdieren en edelherten worden daar systematisch doodgehongerd achter onneembare hekken. En kom dan niet aan met kretologie dat het ecologisch verantwoord is als de zwakken sterven en de sterken overblijven, de ‘survival of the fittest’. Dat is een drogreden. ‘Als je dieren achter een hek voedsel onthoudt gaat alles dood’. Hij schreef er een artikel over in NRC Handelsblad.

In ons Bos kwamen in januari opeens 1500 dode vissen boven drijven. Door sneeuw op het ijs kwam er geen zonlicht in het water, waardoor waterplanten en algen niet werden gevoed en een zuurstoftekort ontstond. Consequent wakken slaan en openhouden, zou dat een oplossing zijn? Maarten Frankenhuis: ‘Dat zou helpen, vraagt wel een enorme inspanning, en er dan een bos riet in zetten, dan blijft het wak langer open. Maar de eenden blijven wel rondjes zwemmen, die weten precies wat er aan de hand is, maar zij zijn natuurlijk niet overal. Misschien moet er eens flink gebaggerd worden, hangt ook een prijskaartje aan. Op de bodem ligt altijd rottend, organisch materiaal, waardoor zuurstoftekort dreigt. Als vissen maar naar dieper water kunnen. Het punt is alleen dat in ondieper water meestal meer voedsel is en vaak kunnen ze door ondiepte of de dikte van het ijs niet meer ontsnappen.’
Hij is geen adept van de Partij voor de Dieren. ‘Nee, ik denk niet dat dieren daarbij gebaat zijn. Als ze nu natuur, milieu en leefomgeving als topprioriteit in hun programma hadden, zouden de dieren daar bij horen. Nu is het meer een politieke Dierenbescherming.’ Frankenhuis heeft natuur even hoog zitten als dieren. ‘Ja, het is natuurlijk één grote familie. Wat mij fascineert is de onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid, symbiose. Waarom gaat een insect naar die ene plant en waarom niet naar die andere? In dit bos komen beide goed tot hun recht. Gelukkig is er gekozen voor een ‘realistisch soort natuur’, met alle beperkingen van de locatie en de tijd waarin we leven. Eens per jaar fiets ik met oude vrienden uit Twente, mannen die allemaal zijn opgegroeid op landgoederen en dus iets van natuur weten. Dit jaar fietsten we door het Amsterdamse Bos en ze waren allemaal onder de indruk van de kwaliteit van de begroeiing, de natuurwaarde, de variatie in landschappen en zoals de paden voor de verschillende doelgroepen van elkaar gescheiden zijn.’Wie een middag met Maarten Frankenhuis optrekt, wordt bestookt met verhalen over praktijkgevallen met dieren, de een nog boeiender dan de ander. Maar wie mocht denken dat de oud-directeur van Artis er thuis een kleine dierentuin op nahoudt, heeft het mis. Triomfantelijk zegt hij: ‘Ik heb thuis twee leghennen.’