Oorlog, een vreemd verschijnsel.

Vanaf 1915 werd Engelse frontofficieren aangeraden de rangonderscheidingstekens niet meer op de mouw te dragen, maar minder zichtbaar op de schouder. Vijandelijke sluipschutters eisten een te hoge tol. Het advies werd echter door de échte ‘ijzervreters’ naar de prullenbak verwezen: het dragen van ‘funk pips’ of angststippen was iets voor angsthazen.
Op het eerste gezicht een historisch interessant – en romantisch – staaltje van onverantwoordelijk en risicovol gedrag, maar bezien vanuit evolutionair psychologisch perspectief niet onverklaarbaar.

Wat maakte dat nog slechts enkele decennia voor het uitbreken van WO II, soldaten als ‘sitting ducks’ elkaar op klaarlichte dag op het slagveld in linie, rechtop gaand, tegemoet traden, uitgedost in uniformen in met de omgeving fel contrasterend scharlakenrood, onberispelijk blauw, smetteloos wit en glinsterend goud. De verschillende naties, vorsten of veldheren voerden daarnaast hun eigen wapperende pluimen en capes, reusachtige kolbakken, met goudgegalonneerde tressen en andere uniformversierselen in, soms in samenhang met glimmend gepoetste kurassen en metalen hoofddeksels.
Hoe hoger in rang des te uitbundiger en meer opvallend de uniformen en versierselen.
Ook bij de inheemse volkeren (buiten Europa) zien we in veel gevallen een opvallende uitmonstering van krijgslieden, ook hier: hoe hoger in rang des te meer uitbundiger de uitmonstering. Pas in de loop van de Eerste Wereldoorlog treffen we voor het eerst ‘Feldgrau’ op het slagveld aan, enige decennia later resulterend in bij het oorlogsgebied behorende camouflage uniformen met bijpassende hoofddeksels, gezicht- en voertuigbeschildering.

Samengevat: een door mannen gedomineerd deel van de maatschappij trad elkaar in vroeger eeuwen georganiseerd en gewapend tegemoet met geen ander doel dan de ander, ook wel vijand genoemd, te doden dan wel tot overgave te dwingen. Zij waren daarbij tot ca. een eeuw geleden gekleed in een in het oogspringende uitmonstering en liepen (bewust of onbewust?) een niet gering risico te worden gedood. Dit fenomeen noemen we oorlog en speelt nog steeds een rol van belang bij het oplossen van conflicten tussen landen, volkeren of belangengroeperingen. Een belangrijk verschil in militaire tactiek met vroeger is echter, dat rechtop lopen onder vijandelijk vuur niet meer gebruikelijk is en kleurige uniformen met opvallende versierselen en rangonderscheidingstekens nog slechts worden gedragen bij bijzondere en officiële gebeurtenissen buiten bereik van de tegenstander.
Een belangrijk verschil tussen onze soort en ca. 4000 andere zoogdierdiersoorten is, dat het georganiseerd en bewust doden in groepsverband (coalities) van soortgenoten – met uitzondering van de chimpansee – niet voorkomt.