Lang is het een raadsel geweest hoe giraffes de bloedafvoer regelden in hun benen van waaruit het na gebruik weer meters omhoog moet naar het hart. Even interessant is natuurlijk hoe het bloed de meters boven het hart gelegen kop bereikt.
Bij dergelijke hoogte verschillen kan makkelijk oedeem ontstaan in de poten, een ophoping van bloedvloeistof in de weefsels. Dat dat niet gebeurt komt door de werking van de beenspieren, die door zich afwisselend samen te trekken en te ontspannen tijdens het lopen, het bloed omhoog pompen richting hart. In het giraffenhart heerst een tweemaal zo hoge bloeddruk als in mensen harten en gewone beenspieren kunnen vermoedelijk onvoldoende pompkracht opbrengen om het bloed weer omhoog te werken. De spierwerking, een soort pomp waardoor de aders worden dichtgedrukt, speelt weliswaar een grote rol, maar daarnaast zorgen terugslagkleppen in de aders er voor – net als bij ons overigens – dat het bloed niet terug stroomt als de pootspieren zich ontspannen. Wat giraffen dan nog extra hebben is een huid die als een strakke elastische kous om het been zit waardoor het terugvloeien van bloed nog sterker wordt bemoeilijkt.
Moet het bloed echter richting hersenen dan kan de giraffe zijn grote halsaders dichtdrukken, waardoor de afvoer van het bloed vanuit de kop wordt belemmerd en zo de druk in de slagader naar boven wordt opgevoerd. Maar bij het drinken zou dan natuurlijk een dodelijk probleem kunnen ontstaan: in een keer komt het hoofd onder het niveau van het hart te liggen en een fataal hersenoedeem kan hiervan het gevolg zijn. Dat giraffen tijdens het lessen van de dorst geen problemen krijgen komt doordat ze met behulp van kauwbewegingen het bloed uit de halsaders versneld afvoeren om ophoping in de hersens te voorkomen.
U begrijpt nu ook waarom bij verdovingen van giraffen ten behoeve van medisch onderzoek het hoofd zo snel mogelijk boven het niveau van het hart moet worden gelegd.