Zelf heb ik vele jaren in de frontlijn van de bio-industrie gewerkt, totdat ik me realiseerde dat ik uitsluitend nog bezig was met het beantwoorden van de vraag: ‘Hoe pers ik in het komende kalenderjaar nog een kwart ei extra uit die kippenkont’. In die periode heb ik eenmaal serieus te maken gehad met dierenactivisten. Dat werd ‘gewoon’ met gericht dreigen met grof geweld opgelost en dus is er niets gebeurd.
Dierenwelzijn gaat mij boven alles, maar zo langzamerhand bekruipt mij toch de lust om vanavond te gaan dineren met mijn vrouw, zij gekleed in een lange nerts bontjas met een tasje van slangenleer. Natuurlijk met een mof van baby ocelot, de poolvos elegant nonchalant over de schouder. Ik loop dan natuurlijk op mijn favoriete schoenen van leguanenleer, draag ivoren manchetknopen en een halflange jas van lamsbont met een kraag van bever.
Als hoofdgerecht gaat mijn stellige voorkeur uit naar 250 gram blank kalfsvlees of zuiglam en bij het voortje denk ik aan aan gevulde Japanse kwartel of nog beter, echte, originele paté de foie gras. Tussendoor kunnen nog enkele amuses worden geserveerd van kaviaar van de bijna uitgestorven Beluga steur, walvis carpaccio en leeuweriken op gelei. Het spreekt natuurlijk vanzelf dat we ons laten voorrijden in een limousine met kalfsleder beklede banken, nippend aan champagne met daarin een levende Bretonse oester.
En mocht u ons voorbeeld willen volgen, vergeet de kogelvrije vesten niet.